Geloof

De deugd van geloof kan beschreven worden als de menselijke beslissing om in alle vrijheid in te gaan op Gods uitnodiging om Zijn heilsgaven te ontvangen en te gebruiken.
Aanvaarden van Gods uitnodiging en de menselijke beslissing zijn verstandelijke daden.
De liefde die de basis vormt om tot deze beslissing te komen en tot aanvaarding van wat komt uit Gods hand, is een gave van God zelf (genade). De genade die God ons geeft en die wij gebruiken om onze wil te bewegen om tot een beslissing en aanvaarding te komen zijn absoluut vereist.

Is dit iets eenmaligs? De meeste mensen denken: ‘als ik eenmaal die stap heb gezet dan ben ik er.’ Welnu dat is een misvatting, want geloven vraagt om een steeds herhalen van deze beslissing en aanvaarding, daar ben je in je leven als mens nooit mee klaar.
Als eerste contact met Jezus Christus en zijn grote heilsdaden is het geloof een begin, de wortel van en de grondslag voor het feit dat God ons aanneemt als zijn kinderen. Een eerste stap die vraagt om een vervolg, om een volwassen worden in geloof, in een leven met en voor God.

Jezus is de deur naar zijn hemelse Vader, de sleutel die deze deur open kan doen is het Kruis waaraan Hij heeft gehangen. Deur en sleutel zijn voorhanden en binnen ons bereik. Echter, de sleutel vastpakken en omdraaien zodat de deur open kan, moeten wij doen. Vervolgens niet op de drempel blijven staan, maar binnengaan, telkens weer, dagelijks, op elk moment van je leven.

Een bewust en eerlijk geloof is voorwaarde om de sacramenten vruchtbaar te kunnen ontvangen, is ook een voorwaarde voor eerlijk en oprecht gebed. Wat voor nut heeft het om te communie te gaan, wanneer het geloof ontbreekt. Op dat moment is de deur van ons eigen leven gesloten en hebben wij de sleutel van onze levensdeur verstopt. Weet wat je doet, als je bidt, de sacramenten ontvangt: geloof heeft niets van doen met automatisme.

Geloof staat in dienst van onze heiligmaking en zelfs van onze zaligheid. Een oud woord, maar zeer belangrijk. Het leven van een christen is een reis, ons doel is thuiskomen bij God.
Het geloof geeft ons het begin van onze zaligheid, die wij eens ten volle zullen bezitten in de Hemel, als wij God zien van aangezicht tot aangezicht. Geloven staat altijd gericht op het verkrijgen van het eeuwig leven. De gave van God, Zijn liefde, die het mogelijk maakt voor ons om te beslissen en te aanvaarden, is voor ons mensen tegelijk een opgave: namelijk om geloof te doordenken en redelijk te verantwoorden.

Dit is mede de taak van de theologie: het spreken en denken over God. Dit mag niet leiden tot een louter menselijk begrijpen en opvatten wat de inhoud van het geloof is. Het is niet het “pakken” van het geheim, maar een “cirkelen rond” het geheim.
Een klein kind weet dit al. Wie op het strand loopt en met zijn hand zand schept, weet dat wanneer de hand geopend blijft, de hoop zand op de hand blijft liggen. Wie met zijn vingers grip wil krijgen op het zand in zijn hand, ziet het tussen zijn vingers doorglippen. Geloven, om grip te krijgen op God, is gedoemd te mislukken. Geloven om meer inzicht te verwerven is heilzaam, ook voor je eigen leven.

Komen wij tot wat mensen ervaren als tegenstelling: geloven en weten.
Twee menselijke houdingen van andere geaardheid, maar die uiteindelijk hun wortels hebben in God. Hij schenkt het geloofslicht aan mensen. Hij schenkt ook het licht om ons verstand te gebruiken en om door te dringen in zaken die met ons leven te maken hebben. Geloven en weten staan gericht op dezelfde zaak, maar met een hele andere intentie: geloven, om door grenzen van al ons menselijk denken heen te breken, weten, om je geloof zuiverder te zien en je eigen te maken. Beiden, geloof en weten staan ten dienste om ons leven als mens, om ons leven als Gods geschenk, beter uit de verf te laten komen.